Er is veel begripsverwarring rond de termen euthanasie , suïcide / zelfdoding en palliatieve sedatie.
De richtlijnen rond deze problematiek zijn, zoals vaak bij richtlijnen, soms wat in tegenspraak met elkaar. De huidige adviesteksten zijn soms niet duidelijk genoeg. Vaak ook wordt ook in de media vaak aan heroïsering gedaan van de zelfgekozen dood en idealisering van euthanasie wat een genuanceerde aanpak belemmert.
Palliatieve sedatie: Hier worden kalmeermiddelen in aangepaste dosering en in combinaties toegediend met de bedoeling het bewustzijn van de terminale patiënt (dit betekent: behandelen heeft geen zin meer of niet op tegen de nadelen ervan. In principe heeft patiënt nog minder dan drie maanden te leven )zoveel als mogelijk te verlagen zodat de klachten die niet kunnen behandeld worden onder controle komen.
Euthanasie
De voorwaarden voor euthanasie zijn dat de patiënt handelsbekwaam is en ondraaglijk psychisch of fysisch lijdt. bovendien moet het gaan om een herhaald verzoek en moet de medische situatie uitzichtloos zijn. Twee artsen moeten de aanvraag goedkeuren en bij een niet terminale aandoening ook nog een derde arts (gespecialiseerd in de aandoening) .
Hier moet er met artsen en patiënt grondig vooraf grondig over de dood gesproken worden.Vooral omdat mensen met levensmoeheid, veel aandoeningen of een afgerond leven in principe ook in aanmerking voor euthanasie zouden komen. Gezien de toename van ziektes met de ouderdom zou men kunnen stellen dat bijna iedereen van boven de 70 jaar in aanmerking kan komen.
Suïcide
Vooral mannen van boven de 85 jaar vormen hier een risico voor :hun verlies van zelfstandigheid , stress en slaapproblemen, verlieservaring maar ook gebrek aan betekenisvolle contacten maken de stap naar levensbeëindiging gemakkelijker. Hier moet men ook werken aan de negatieve beeldvorming rond rusthuizen. Er is zeker op maatschappelijk vlak nood aan richtlijnen vooral voor ouderen rond suïcide preventie en zeker geen idealisering van deze oplossing.
Euthanasie omwille van psychisch lijden
Als men kiest voor euthanasie omwille van psychisch lijden vraagt dit toch wel een wat andere aanpak. De twee artsen die moeten advies uitbrengen moeten niet alleen onafhankelijk van elkaar werken, maar zouden bovendien een vertrouwensband met de patiënt moeten opgebouwd hebben . Dit kan alleen door door een langdurig en regelmatig overleg. Ook zou de familie hier bij dit levenseinde proces nauwer moeten kunnen betrokken kunnen worden. Hier is medisch uitzichtloze toestand moeilijk te definiëren . Denk maar aan de mogelijkheid van psychotherapie die probeert aan de mentale toestand van het brein iets te veranderen (soms met succes). Hier kan de inbreng van de familie en het gesprek met de euthanasie expert de lijdensdruk reeds beïnvloeden . Dit ter vergelijking met bijvoorbeeld kanker waar dergelijke interventies meestal weinig verandering brengen
Te noteren valt dat de arts die een vertrouwensrelatie opbouwt met een terminale patiënt met psychisch lijden, per definitie zijn objectiviteit en onafhankelijkheid wat verliest en dit botst met de wet.
de wetstrijd ivo uyttendaele