Men schat dat bij ongeveer een patiënt op drie de huisarts vanuit zijn opleiding geen verklaring vindt voor de klachten waarmee patiënt op bezoek komt. Uiteraard spreken we hier niet over depressie of angststoornissen, want hier is er dus wel een diagnose aanwezig.
Het kunnen allerlei klachten zijn. De meest voor de hand liggende zijn terugkerende misselijkheid, buikpijn, hoofdpijn, moeheid en pijnen ter hoogte van het bewegingsapparaat. Het gaat hier dus om klachten zonder echte verklaring, die aanslepen….Kwaliteitsverlies in het leven van de patiënt staat op de voorgrond alsook vaak werkverlet. Het feit dat de huisarts hier met dit alles moeilijk mee weg kan en dat de patiënt zich niet begrepen voelt leidt kan tot wederzijdse frustratie leiden.
Belangrijk is dat de huisarts oor heeft naar de klachten van patiënt, de klachten ter harte neemt en probeert te begrijpen. Belangrijk is dat zowel arts en patiënt ongeveer inzien wat er juist aan de hand is en dat er uiteindelijk een verklaring voor de klachten gevonden wordt die zowel voor arts en patiënt aanvaardbaar zijn.
Samen dienen patiënt en arts te zoeken hoe ze deze klachten beter kunnen controleren en te leren welke tussenkomsten ze efficiënt vinden.
Uiteraard is vermindering van stress en hulp van de omgeving voor de patiënt belangrijk. Medicatie heeft hier weinig of geen echte plaats in de behandeling en de bedoeling is niet echt te genezen, maar de klachten onder controle te houden. Regelmatig contact tussen huisarts en patiënt blijkt ook belangrijk te zijn om ontreddering bij de patiënt te voorkomen en om een goede band tussen patiënt en arts te creëren .