Ouderenzorg

 

 

 

 

 

 

 

Twee factoren zorgen voor de toename van ouderen in ons land: De babyboomers worden stilaan ouder dan 65 jaar en de  levensverwachting neemt toe. Vooral de komende tien  à twintig jaar zal de vergrijzing sterk toenemen, nadien zal die toename afvlakken .
De woon- en gezondheidscentra zijn tijden de corona crisis negatief in het nieuws gekomen, wegens het hoge aantal sterfgevallen.
Verschillende factoren spelen een rol in die oversterfte : in het begin van de pandemie was de paniek groot dat er niet genoeg opvang in de ziekenhuizen zou zijn en ontstond er een misverstand dat ouderen best niet naar het ziekenhuis gestuurd werden.
Bovendien bestaat de functie van een woonzorgcentrum er vooral in  om een aangename woonomgeving, gezelschap en ontspanning te bezorgen. Technisch zijn ze niet uitgerust om met acuut zieke mensen om te gaan. Bovendien is bestaffing in centra heel wat lager dan in een ziekenhuis . Eigenlijk in vergelijking met sommige andere landen is er personeel te weinig.

Ouderen leven nu veel langer zelfstandig in eigen omgeving en gaan op latere leeftijd naar het rusthuis (dat nu terecht de naam woonzorgcentrum kreeg) . Hun medische en zorgbehoeften zijn veel hoger en ze lijden aan meerdere aandoeningen door hu hoge leeftijd. De financiering en een meer preventieve gezondheidsbeleid moeten meevolgen. Dit houdt in dat er ook meer samenwerking moet zijn tussen artsen, verpleegkundigen, kinesisten, andere paramedici om  een individuele en toekomstgerichte aanpak beter te kunnen waarmaken. De nadruk is uiteraard verschoven en ligt niet zozeer bij genezen maar zorgen voor aandoeningen die steeds meer en meer impact krijgen op de patiënt. Preventie is ook vooral inzetten op het psychisch welbevinden door betaalbare hulp aan te bieden.  De jaren van ouderen moeten zoveel mogelijk zinvolle jaren worden, waarvan de bejaarde ook kan genieten. Niet zo gemakkelijk als er toename is van pijn, aanslepende kwalen en verlies van partner of vrienden. In onze maatschappij ,waar de nadruk ligt op het individueel welzijn en individuele ontwikkeling  lijkt er minder plaats om ouderen in te schakelen in de samenleving. Ouderen hebben vaak een kapitaal van veerkracht en relativeringsvermogen dat contrasteert met ons beeld van eenzame weerloze wezens.

Depressie komt niet meer voor bij ouderen, wel is dementie een groot probleem . Preventie kan de incidentie van sommige vormen van dementie verminderen. Voor de ziekte van alzheimer is er echter geen oplossing. Medisch is er geen evolutie in de behandeling, wel in de omkadering : mantelzorgers , dagcentra, familie….
Vanaf de diagnose is de duur van het dementieproces gemiddeld  acht a  tien jaar, waarvan het laatste anderhalf a twee jaar wordt doorgebracht in een woonzorgcentrum. De thuiszorg is hier belangrijk en er moet ook omkadering zijn voor de zorgdrager. Een groot probleem bij de zorg voor dementie in de thuissituatie blijft  de continuïteit garanderen in het weekend en ’s nachts.
Er zijn duidelijk werkkrachten tekort in de ouderenzorg. Die gaat niet alleen om mensen voeden en incontinentie met verversen van luiers . Nergens in de zorg kan de persoonlijke inbreng van het personeel zoveel verschil en kwaliteitstoename genereren, veel meer dan technische ingrepen of medicatie in andere takken van de geneeskunde.

Bron UZ Leuven geriatrie.