Blog

Pesten

Iemand wordt gepest als hij langdurig wordt blootgesteld aan lichamelijke en/of psychische verwondingen. Bovendien gaat de persoon die gepest wordt hieronder gebukt en is er sprake van psychisch lijden. Bij kinderen kan het gepest zijn zich uiten door spijbelen, vragen om van school te veranderen, sociale afzondering. Vaak is het voor hen een hele opgave om het gepest zijn thuis ter sprake te brengen.

Pesten is uiteraard niet hetzelfde als plagen. Plagen voelt niet bedreigend aan, is niet bedoeld om iemand te kleineren, heeft niet de intentie van schade te berokkenen en gaat ook vaak gepaard met humor.

Iemand wordt vlugger gepest vooral omdat hij ‘anders’ is maar ook soms weerlozer of minder zelfvertrouwen heeft of somber en angstig is.

Het is van belang dat de ouders samen met de school een oplossing willen zoeken. (veel scholen hebben een pestbeleid met een stappenplan ). Het is beter de familie van de kinderen die pesten niet bij de zaak te betrekken. Zij zijn geen objectieve partij. Voor kinderen is het ook belangrijk dat er doorgesproken wordt met welke hulpverlener en wanneer je contact opneemt.

Hierbij de link naar de brochure voor ouders van gepeste kinderen:

http://go-ouders.be/brochure-pesten-aanpakken-wat-kunnen-ouders-doen

Adviezen voor een warme school :

http://www.gavoorgeluk.be/warme-school

 

Opvoeding

Kinderen evolueren het best in een omgeving waarin duidelijkheid en structuur aanwezig is.

Net zoals volwassenen hebben ze een omgeving nodig die hen inspireert en stimuleert. We gaan er te veel van uit dat alles wat nu verworven is vanzelfsprekend is . We vergeten onze voorouders die als goede rentmeesters deze aarde zo bewoonbaar en beschaafd achterlieten .
Kinderen en jongeren hebben nood aan positieve boodschappen, voorbeelden en verhalen waaraan ze een voorbeeld kunnen nemen en zich aan spiegelen. Zo hebben ze veel aan verhalen van familieleden:  hoe zij hun problemen hadden  dit met vallen en opstaan oplosten .
Ook zal het ontwikkelen van normen en waarden hun toekomst zinvol en uitdagend maken.
Kinderen verwachten van ons een verstandige ,overlegde beslissing, geen emotionele uitbarstingen.

Het kind heeft behoefte aan minder drukte, meer vrije tijd, rust, groen, natuur, spel . De maatschappelijke ontwikkeling van ouders met volle agenda’s en kinderen die in dit gejaagd leven terechtkomen is wellicht voor verbetering vatbaar.

Angst wordt vanuit vele hoeken gecultiveerd en daardoor ontstaat de neiging dat men klakkeloos bang wordt voor financiëel verlies, voor de vreemdeling die ons werk gaat afnemen, voor het verlies van onze waarden  ……Angst is een slechte raadgever en objectieve informatie, juiste cijfers en gepaste duiding ontbreken maar al te vaak. Hier is voor de media ook een belangrijke taak weggelegd. Dat het leven ingewikkeld is en er veel redenen zijn tot klagen is duidelijk, maar het mag ons niet beletten om oplossingen te vinden en te relativeren . Tenslotte leven we hier in een bevoorrechte positie . Er is nood aan volwassenen en opvoeders die ethisch denken, die respect hebben,die proberen een positieve betekenis te geven aan wat er in de wereld gebeurt. Volwassenen die hun problemen en twijfels durven uiten .

Dat sociale ontwikkeling momenteel in het gedrang wordt door schermen en een virtuele leefwereld is duidelijk . Eigenbelang en groepsbelang hoeven niet tegenover elkaar te staan, maar sociaal ingesteld zijn moet aangeleerd worden. We moeten als maatschappij leren de kinderen  vertrouwen te hebben in de ander. Die ander meent het meestal goed en dit wordt duidelijk als we respectvol en met empathie in gesprek durven te gaan.

Het gevoel  verbonden te leven is belangrijk : daarom zijn een goede werksfeer en familiebijeenkomsten belangrijk. : ook straatfeesten, vrijwilligerswerk….Verder bouwen aan een betere samenleving, wetende dat het volmaakte  het ideaal  niet kan….

Op school moet er ingezet worden op ontwikkelingskansen voor iedereen ervaren leerkrachten in alle scholen, zodat ongelijkheid in onderwijs minimaal wordt. Dat is de beste garantie voor de toekomst. De slechte omstandigheden waarin een deel jongeren nu opgroeien en die hen met verbittering en achterstand achterlaten moeten vermeden worden.

Terug vertrouwen en gezag durven geven aan de mensen die samen bouwen aan ons leven  is belangrijk . Authoriteit blijft dan ook noodzakelijk, samen met de uitleg hoe die is onstaan en waarom die nodig is. Hier ontstaat duidelijk een spanningsveld tussen enerzijds het kader dat  de jongere nodig heeft  ‘authoriteit’ dus .  Anderzijds moet er ook  ruimte zijn voor dialoog en voorlichting, experimenteren , loslaten en verantwoordelijkheid   krijgen: kortom zelfstandigheid . Dit laatste is  een sterke basis om  later problemen het hoofd te bieden.

Het onderwijs moet gelijk zijn voor ieder kind ongeacht achtergrond, religie, taal ,vaardigheden..
Kinderen mogen dromen en daardoor hun motivatie vinden, daar moet altijd plaats voor zijn . Het werken en studeren volgt sowieso.

De motivatie, de drang tot verbetering, het vallen en opstaan moeten meer beloond worden dan de prestatie .

Link CAW

Bron : Professor Peter Adriaenssens

Wilsonbekwaam en een vertegenwoordiger.

Een vertrouwenspersoon staat de patiënt bij het naleven van zijn patiëntenrechten en wordt door de patiënt zelf gekozen. Hij doet dit ook pas op vraag van de patiënt.

Welke zijn die patiëntenrechten?

Het recht om vrij zelf zijn arts en verzorgenden te kiezen.
Het recht op informatie over zijn ziekte en de vooruitzichten.
Het recht op een zorgvuldig ingevuld medisch dossier
Het recht op bescherming van persoonlijke gegevens.
Het recht om een klacht in te dienen tegen een medische beslissing

Een vertegenwoordiger van een patiënt is iemand die de rechten van de patiënt uitoefent als deze niet meer wilsbekwaam is. Wie de vertegenwoordiger is wordt door de wet bepaald.

De vertegenwoordiger komt pas op het toneel wanneer patiënt wilsonbekwaam is.

De vertegenwoordiger van een meerderjarige wordt door de patiënt zelf schriftelijk aangeduid. (De datum moet genoteerd worden en de vertegenwoordiger moet ook tekenen.)

De vertegenwoordiger, door de patiënt aangeduid, kan om het even wie zijn, zelfs een arts.
Als er geen vertegenwoordiger is aangeduid, dan is er een wettelijke regeling zodat de hoogste persoon in familiale rang deze functie kan opnemen.

Dit betekent dat eerst de eventuele bewindvoerder in aanmerking komt, dan partner, vervolgens het meerderjarig kind of kinderen, verder een ouder, een meerderjarige zus of broer, en uiteindelijk een beroepsbeoefenaar (arts) .  Bij conflict in een rang, bijvoorbeeld tussen de kinderen, beslist de arts.
De vertegenwoordiger beslist volgens de wensen van de wilsonbekwame patiënt, in diens belang en volgens zijn wilsverklaring.

Er dient nog vermeld te worden dat een arts nooit kan verplicht worden een medisch zinloze behandeling uit te voeren, of een handeling uit te voeren waarbij geen genezend nut is aangetoond.

meer op patiëntenplatform

 

Darmkanker vroegtijdig opsporen

In oktober 2013 is de Vlaamse overheid gestart met een bevolkingsonderzoek dikkedarmkanker. Daarbij worden de aanbevelingen gevolgd van de Europese Unie. Hierin wordt aangeraden dat mannen en vrouwen van 55* tot en met 74 jaar om de twee jaar testen of er een te veel aan bloed (≥ 75 ng/ml) aanwezig is in de stoelgang. In Vlaanderen gebruiken we hiervoor de iFOBT-test die erg gebruiksvriendelijk is. Mannen en vrouwen kunnen één keer om de 2 jaar een klein beetje van hun stoelgang afnemen met de toegestuurde set en dit aan het labo bezorgen voor analyse (met de bijgevoegde omslag is geen postzegel nodig). De afnameset en analyse in het labo zijn gratis.

De tijd vliegt: twee jaar is zo voorbij
Je krijgt van het Centrum voor Kankeropsporing een uitnodigingsbrief als je tot de leeftijdsgroep (55 tot en met 74 jaar) behoort en het twee jaar geleden is dat je een stoelgangstaal liet onderzoeken.
Wil je weten wanneer je een uitnodiging met een afnameset in de brievenbus mag verwachten? 

Dat kan door via het gratis software-systeem ‘Patient Health Viewer’ gegevens over de bevolkingsonderzoeken te raadplegen. Download het programma via www.bevolkingsonderzoek.be. Je hebt een eID, kaartlezer en je pincode nodig.

Meer weten over het bevolkingsonderzoek?

Bel gratis naar het  Centrum voor Kankeropsporing    op    0800 60160             tussen 9 en 12 uur en 13 en 16 uur, stuur een e-mail naar info@bevolkingsonderzoek.be of surf naar bevolkingsonderzoek dikkedarmkanker

Heb je vragen over je persoonlijke medische situatie, neem contact op met je arts.

 

 

 

Chronische rugpijn

Chronische rugpijn (langer dan 6 weken duren)

Mensen met chronische lage rugpijn ervaren hun pijn vaak als erger dan kankerpijn.

95 % van hen heeft aspecifieke lage rugpijn (geen duidelijke oorzaak) en daar is correcte diagnose bijna nooit mogelijk. Hier is therapeutisch effect van medische behandelingen niet goed bewezen.
De weerslag  van de pijn  op de levenskwaliteit is duidelijk: sociale isolatie, niet meer werken, moe, overal pijn,  aan de pillen, pleisters kleven: vaak zenuwpillen  en zware pijnstilling.
Bedenk dat pijn een emotie is: onmeetbaar en subjectief beïnvloed en dat beperking van functioneren vaak belangrijk(er) is dan de pijn.

Beeldvorming is schadelijk niet alleen door ioniserende straling maar ook door  diagnoses te stellen op basis van vergelijkingen met beelden van rugfoto’s  van 18 jarigen.  Beeldvorming bevordert een negatief beeld over je lichaamstoestand  en   vaak voor een verkeerde behandeling…..Bovendien is er de enorme overbodige kostprijs voor de gemeenschap .

De behandeling bestaat uit  pijnstilling ( morfine helpt niet bij chronische pijn), beweging , geleidelijk hernemen van zijn bezigheden en deelname aan het sociale leven.

Belangrijk is dat de rugpijn het leven niet gaat beheersen; dat men niet angstig wordt, men moet vermijden te denken  dat het nooit meer in orde komt en men mag zich niet te afhankelijk opstellen tegenover passieve behandelingen (spuiten, manipulaties ,warmte…..). Ook is het een misverstand te denken dat werken synoniem is van meer pijn, conflicten en stress  op werk  of in het dagelijkse leven moeten  zoveel mogelijk opgelost worden.  Depressie wordt best behandeld. Zo vermijdt  men dat de pijn chronisch wordt. Artsen moeten met de patiënt in gesprek  gaan, oplossingen zoeken, tot gemeenschappelijke diagnose komen en desnoods verwijzen om hun psychisch en sociaal leven meer kwaliteit te kunnen geven.
Geneeskunde wordt moeilijk betaalbaar als ze meer dan 40.000 euro per jaar per patient  gaat kosten (qualy). Meer gaat ons sociaal stelsel niet aankunnen.

Het succes van elke therapie verhoogt als patiënt waardevol werk heeft waar hij voldoening in vindt, financieel wordt beloond bij werkhervatting (in vergelijking met thuisblijven), als er minder sociale spanning is en als de behandeling een goede indicatie heeft.

meer

Interview met Prof. Malfliet op radio 1

 

 

En nog meer…

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Slaapstoornissen en stress

Slaapproblemen, stress en angst zijn situaties waarbij patiënt hulp zoek bij zijn arts en vaak ook een snelle oplossing verwacht via medicatie: slaap- en kalmeerpillen.

Dat deze manier van doen zorgt voor een zorgwekkend gebruik en misbruik van tranquillizers en dat dit bovendien de problemen niet fundamenteel oplost is duidelijk.

Er wordt reeds lang getwijfeld aan het  gebruik van die medicatie, die we tranquillizers noemen. Zo weten we van slaappillen dat ze onze slaapkwaliteit niet verbeteren. We slapen wel makkelijker in, maar de slaapkwaliteit  is niet die van een echte slaap. We slapen er oppervlakkiger door. Vaak zorgen die medicijnen ook nog eens voor een nawerking overdag: slaperigheid, concentratieproblemen… en worden we er helemaal niet uitgerust wakker van.  Bovendien geven ze gewenning, ze werken steeds minder en we moeten er dus altijd meer en meer van nemen om hetzelfde effect te verkrijgen en we worden hypernerveus als we ineens wil stoppen. (we komen er zo…verslaafd….aan).

Zin en onzin van slaapmedicatie

Bij slaapproblemen moeten we proberen om te leren ontspannen (ook overdag).  De belangrijkste doelstelling is steeds om het functioneren overdag te verbeteren (en slaperigheid overdag te vermijden). We moeten ons dus vooral richten op onze activiteiten overdag.

We zijn overdag  uit balans geraakt. Er komen meer en meer problemen op ons af, of momenteel hebben we een dip en is onze veerkracht minder goed, we kunnen het minder aan..
Bovendien hebben we onze manier van doen (ons karakter, de aard van het beestje) tegen.

Natuurlijk zijn er enkele algemene leefregels, die we best in acht nemen

Het heeft veel zin dat de patiënt zelf probeert te vinden (samen met de therapeut) naar wat hem uit evenwicht brengt. Spanningen, teveel presteren, moeilijke medeleerlingen of medewerkers, teveel alcohol….) Zo begrijpen we beter wat er zou moeten gebeuren op lichamelijk en mentaal vlak of aan onze omgeving. Het heeft ook zin om eens te kijken naar onze manier van doen: misschien zijn we wat perfectionistisch of integendeel wat te laks, wat te weinig kritisch  ….. Kunnen we daar dan in de toekomst rekening mee houden?

Wat zouden hier haalbare veranderingen zijn om die moeilijkheden door te komen?  Wie kan ons eventueel steunen om dit te verwezenlijken en hoeveel tijd geven we onszelf.

Samen met de arts kunnen we een gezamenlijk zicht op ons functioneren proberen te krijgen. We leren als een expert kijken naar ons eigen leven. Wat gebeurt er allemaal, wat gaat er door ons hoofd en hoe gaan we dan uiteindelijk reageren. Met de arts of therapeut leren we inzien dat we anders tegen de realiteit kunnen kijken en dat dit dan andere gevoelens en andere gedragingen kan veroorzaken.

Specifiek voor slaapproblemen is het belangrijk dat we ons bed niet gaan associëren met problemen. Daarom is het best dat we gedurende 2 tot 3 weken nooit langer dan 20 minuten wakker in ons bed blijven liggen maar opstaan en iets  doen wat ontspannend (of saai) is tot we moe worden. Pas als we terug moe zijn, wagen we een nieuwe poging om de slaap terug te vatten.

Soms komen arts en patiënt tot het besluit dat er iets fundamenteels moet veranderen in ons gedragspatroon (de levenskwaliteit lijdt er onder) en dat alleen focussen op stress of slaapproblemen niet werkt. Doorverwijzing is aan de orde .

Vergeten we niet dat bij elke behandeling de patiënt aan het stuur blijft en de therapeut een soort co-piloot is om eventueel bij te sturen. Bij het zoeken naar een doorverwijsadres, zijn verschillende keuzes mogelijk:

De dienst geestelijke gezondheidszorg

De sociale kaart.

tele-onthaal.be

Brochure slapeloosheid

 

 

 

Eenzaamheid

Eenzaamheid is het gevoel van sociaal isolement, van afgesneden zijn van de ander. Eenzame mensen reageren meestal nogal argwanig en angstig  rond wat er rond zich gebeurt en rond wat mensen doen, kampen vaker met psychologische problemen en gaan zich vlugger sociaal terugtrekken.

Eenzaamheid weegt zwaarder bij mensen jonger dan 30 en ouder dan 65 jaar. Bij ouderen zorgt gehuwd zijn of samenwonend zijn voor minder eenzaamheid. Bij jongeren speelt dit minder . Werkgelegenheid , maatschappelijk actief zijn en vrienden zijn op elke leeftijd belangrijk.

Eenzaamheid bij kinderen lijdt later tot meer  eenzame en depressieve volwassenheid. Eenzaamheid ten opzichte van eigen ouders of ten opzichte van leeftijdsgenoten. Dit laatste lijdt zeker tot meer  gepest worden .

Meestal heeft dit isolement te maken met het feit dat deze kinderen als onhandig worden beschouwd. Deze kinderen moeten dan  gestimuleerd worden om contact te leggen, betrouwbaar te zijn voor anderen, en conflicten op te lossen. Dit kan door training verder aangeleerd worden.

Anderen kinderen bekijken zichzelf en hun omgeving door een donkere bril .Vaak is er niets mis met hun sociale vaardigheden. Ze interpreteren hun gedrag alleen te kritisch en vinden van zichzelf dat ze niet goed bezig zijn. Ze reageren dus negatiever op sociale uitsluiting (vb. niet uitgenodigd worden op feestje) maar ook minder positief op het opgenomen worden in de groep . Een mogelijke oorzaak is het gebrek van vertrouwen bij deze kinderen. Psychologische therapie heeft vanaf 15 jaar duidelijk effect, samen met inspanningen door de ouders.

Eenzaamheid bij ouderen De meerderheid der ouderen heeft geen last van eenzaamheid (61%). Toch is het zo dat eenzaamheid en sociaal isolement gepaard gaan met emotionele en lichamelijke problemen. Nog meer dan obsitas zou eenzaamheid en het gebrek op sociale binding de kans op vroegtijdig overlijden vergroten. Welke zijn de behandelingen: sociale vaardigheden verhogen, kansen bieden tot interactie, praattherapie die toelaat negatieve gedachten te herkennen en herkaderen,maar vooral psychotherapie.(Cognitieve gedragstherapie) Er wordt geëxperimenteerd met mindfulness, robothuisdieren, Skype ,vrijwilligers, groepstherapie .

Soms wordt er geleerd om in groepsverband te bedenken en neer te schrijven wat er zoal gedacht wordt en schuilgaat bij thuishoren en relaties . Zo leren ze zelf negatieve emoties bij zichzelf te herkennen . Na een groepstherapie van 12 weken voelde niemand zich nog eenzaam en verminderde de bloeddruk. Sommige mensen kunnen zo’n therapie niet aan : dan kan er steun zijn via wandelgroepen, en samen sociale gebeurtenissen organiseren (vb: markten bezoeken , tentoonstellingen….) Link

Link

Beweging

Bij experimenten op muizen en ratten is duidelijk aangetoond dat fysische inspanning de hersenfunctie verbetert. Men ziet in studies dat muizen vlugger doorhebben hoe ze een labyrint moeten doorlopen of een beloning kunnen krijgen.

Ook bij kinderen, volwassenen en ja zelfs bij dementie is aangetoond dat regelmatige beweging de hersenfuncties verbetert. Het vermogen om verstandelijke taken uit te voeren  verbetert, maar er is ook een vermindering van burn-out en depressie. Op microscopisch niveau ziet men een toename van de circulatie naar de hersenen, van een verhoging van het leggen van connecties tussen hersencellen en zelfs voor sommige hersengebieden een nieuwvorming van hersencellen.

Het medicijn beweging moet nog verder onderzocht worden : men weet niet juist hoeveel beweging er nodig is, welke soort beweging voor welke aandoening beter is (krachtstraining of uithoudingstraining ) en of het aspect genieten van de training ook meebepalend is voor het resultaat. Ook zou het nuttige effect van bewegen verdwijnen als men dit doet op een plaats met luchtverontreiniging (Vb: de Antwerpse ring).

Met uithoudingstraining bedoelt men stappen of lopen waarbij men vooral zuurstofverbruik aanspreekt en geen melkzuur opstapelt of vet gaat verbranden .

Daarom mag de polsslag tijdens inspanning niet hoger gaan dan 60 à 70 procent van de maximale polsslag . De maximale polsslag wordt berekend door de leeftijd af te trekken van 220 . Voorbeeld voor iemand van 60 jaar is die maximale polsslag 220 – 60 = 160 . Op training zou de polsslag dan niet veel hoger mogen zijn dan 90 a 110.

Bron : Breinwijzer

Wil je meer bewegen? Maar je hebt geen tijd, je weet niet hoe, je weet niet of je het kan… Je huisarts kan je dankzij het project ‘Bewegen Op Verwijzing’  aanmelden bij  een  bewegingscoach. Die professionele coach helpt je gezond te bewegen en maakt een beweegplan dat bij jou past. De Vlaamse overheid betaalt het grootste deel van de kosten!

Sigaret

Velen zijn verslaafd aan roken. Het is duidelijk dat dit de kans op hart- en vaatziekten en kanker duidelijk verhoogt . Men denkt dat rokers ongeveer 9 jaar vroeger sterven dan verwacht en  nog meer jaren kwaliteit in hun leven inboeten.
We zijn geneigd zijn om te beweren dat de schuld van de rokers zelf is. Ze weten toch welke risico’s ze lopen? Het staat zelfs op de verpakking. En de roker zelf, die door zijn roken ziek wordt, weet en denkt vooral dat hij er zelf verantwoordelijk voor is. Hij kan niemand iets verwijten behalve zichzelf…… Vele toegevoegde stoffen zoals : suiker, ammoniak en hoestdempers maken de producten extra verslavend. De kick van de sigaret neemt de onlustgevoelens weg en als een automaat grijpt hij naar de volgende sigaret. De vrije wil is uitgeschakeld door een vernuftig zelfbedrog.

Als je rokers vraagt op welke leeftijd ze met roken begonnen, was dat meestal als adolescent.(tussen 10 en 14 jaar) en blijkbaar is dat geen toeval. Experimenteren is uiteraard eigen aan die leeftijd, maar het is ook de periode waar men zeer vatbaar en kwetsbaar  is, vatbaar voor subtiele en goed doordachte strategie die de jongeren bijzonder aanspreekt . De tabaks- industrie heeft blijkbaar extra belangstelling voor de jeugd. Dit is voor hen de toekomst : eenmaal zij verslaafd zijn, geraken ze er toch zeer moeilijk vanaf.

In Afrika en Azië probeert men zelfs kinderen verslaafd te krijgen, door onder andere gratis sigaretten te verdelen in zwakke sociale buurten. Het is dan ook eigenaardig dat een van de grootste gekende ziekteverwekkers van onze maatschappij niet verboden wordt of tenminste radicaal uitgeroeid wordt. Niet alleen de industrie draagt schuld , maar ook de overheid reageert hier te laks.

In Nederland wordt nu een klacht ingediend tegen de tabaksindustrie door een longarts Wanda de Kanter (die zelf jaren rookte) en enkele jonge kankerpatiënten. Meer op de website https://sickofsmoking.nl/.  Er bestaat ook een T.E.D talk :  https://www.youtube.com/watch?v=0XrA3vMWmjk.

Haio

Er zijn 2 manieren om een (medisch) probleem op te lossen :

Eerst en vooral is er, wanneer er zich een probleem voordoet, onze intuïtie, ons buikgevoel : We beslissen onbewust, heel snel, automatisch en gebruiken dit systeem dagelijks. Het maakt het ons mogelijk heel snel beslissingen te nemen en efficiënt te handelen. Het nadeel van dit systeem is dat het fouten maakt (systeem 1  of ons reptielenbrein)

Een tweede manie  van problemen op te lossen in ingewikkelder : we gaan beginnen afwegen, argumenten zoeken, vragen bijstellen, literatuur raadplegen. Dit systeem is tijdrovend en kan zo verlammend werken op ons functioneren. Het voordeel van dit systeem is dat we zeker in complexe zaken kunnen beslissen en bovendien minder fouten maken.(systeem 2).

Het is heel duidelijk dat we met de leeftijd systeem 1 of de intuïtie meer gaan gebruiken : we herkennen al vlug patronen en vertrouwen duidelijk op onze ervaring. Fouten komen er gemakkelijker door tijdsdruk, vermoeidheid, multitasking, afleiding, honger, maar ook door overmoedigheid , emoties, gebrek aan motivatie…….

Het is duidelijk dat systeem 1 van geneeskunde uitvoeren onvoldoende scoort. Artsen moeten zich door klinische en technische onderzoeken laten bijstaan, zichzelf in vraag durven stellen, open vragen stellen en de patiënt niet te vlug onderbreken, herevalueren liefst met supervisie, overdracht tussen collega’s , feedback. Is dit niet een beetje een pleidooi voor de samenwerking tussen zorgverleners en  werken in de praktijk met Haio’s ?

Een HAIO is en huisarts in opleiding die afgstudeerd is als huisarts, maar twee jaar moet meewerken in een opleidingspraktijk.

Een HAIO wordt ingeschakeld in alle facetten van de praktijk. Hij of zij heeft eigen spreekuren, doet huisbezoeken en neemt ook wachtdiensten voor zijn of haar rekening. Een HAIO werkt aan dezelfde honoraria en aan dezelfde terugbetalingstarieven als de overige huisartsen in onze praktijk.

Er kan tijdens de consultaties overlegd worden met een van de vaste artsen. Verder zijn er overlegmomenten waarbij uitgebreid stilgestaan wordt bij moeilijke consultaties of beslissingen.

 

Link