Blog

Kanker in vroeg stadium opsporen.

Vroegtijdig kanker opsporen kan dit wel?

Op de site van  kanker.be staat er informatie over testen die mogelijk zijn om kanker in een vroeg stadium op te sporen.

Het gaat hier voornamelijk over borstkanker (onlangs was er terug discussie rond het nut van deze screening en de overdiagnose ; link), dikke darmkanker en baarmoederhalskanker (screening  vanaf 25 jaar).

Keuzehulp bij het kiezen voor mammografie door ons federaal kenniscentrum (leeftijd  tussen 50 en 59 jaar).  Link

Er is nog altijd veel  onzekerheid rond het nut van beeldvorming  voor het vroegtijdig opsporen van longkanker.

Ook bloedtesten voor prostaatkanker zijn erg ter discussie gesteld. Er bestaat een bloedtest : PSA die soms wat richtinggevend kan zijn  (vooral bij familiale gevallen), maar die test lijdt vaak  tot overconsumptie van onderzoeken en onzekerheid..

Algemeen kunnen we stellen dat er voorlopig geen bloedonderzoeken zijn om kanker vroegtijdig op te sporen.

De prostaatwijzer is een  keuzehulp om een prostaattest aan te vragen in het bloed. Je kan hem gebruiken bij je huisarts.

Deze test is alleen een ruwe risicobepaling rond de kans op prostaatkanker en kan wel wat van hulp zijn om al dan niet een prostaatkankertest ( PSA) in het bloed te laten uitvoeren.

Vergeten we niet dat bij een normale prostaattest er toch prostaatkanker kan zijn. Van de andere kant is een verhoogde PSA vaak vals verhoogd en kan dit leiden tot onnodige onrust, testen en behandelingen.

Het is mogelijk dat er geen prostaatkanker wordt gevonden bij een verhoogde PSA.  Aan de andere kant kan iemand met een “lage” PSA ook prostaatkanker hebben.

Het kan niet worden uitgesloten dat de resultaten verkregen bij toepassing van de Prostaatwijzer op een onjuiste wijze worden geïnterpreteerd. De ontwikkelaars van de Prostaatwijzer accepteren daarvoor geen enkele verantwoordelijkheid. Dus is dit advies nog best te bespreken met de uroloog of huisarts.

Link

Betaalbare gezondheidszorg

De gezondheidszorg staat voor problemen van betaalbaarheid . Er is niet alleen de  vergrijzing van de bevolking, maar er is ook een toenemend arsenaal van testen, ingrepen en medicaties die de factuur verzwaren . Denken we maar aan de  immunotherapie voor kanker. De prijs voor een QUALY  (dit is een levensjaar met goede levenskwaliteit ) moet voor de maatschappij betaalbaar zijn . Soms probeert men daar een bedrag op te plaatsen : een jaar levenskwaliteit mag niet meer dan 40.000 euro kosten . Dit is een moeilijke oefening vooral als de patiënt verschillende pathologieën heeft . Dat er meer ingezet moet worden op preventie is duidelijk. Dat er onnodige uitgaven in de gezondheidszorg zijn is het ook . We hebben nu eenmaal gekozen voor een prestatiegebonden betaling van ons systeem en dit werkt efficiënt,maar heeft ook zijn nadelen. Kijken we maar eens naar het aantal palliatieve patiënten dat niet thuis maar in het ziekenhuis sterft . Dit aantal ligt veel te hoog en dan moeten we hierbij rekening houden met de onderzoeken en kosten die eigen zijn aan een ziekenhuisverblijf. De overheid moet palliatieve thuiszorg duidelijk stimuleren.

Op  https://www.gezondbelgie.be/nl/medische-praktijkvariaties  zien we de verschillen in de verschillende regio’s  van een aantal courante behandelingen . Waarom zijn er in bepaalde landsdelen meer of minder onderzoeken of ingrepen. Onder-of overconsumptie?

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Volgende vragen dienen gesteld (in samenspraak met patiënt):
Heb ik werkelijk deze test, behandeling of procedure nodig?
Wat zijn de risico’s of negatieve gevolgen als ik dit  uitvoer?
Wat is het mogelijks voordeel?
Wat gebeurt er als ik niets doe?

Dit kan bijvoorbeeld toegepast worden op de screening  naar prostaatkanker en borstkanker, het opstarten van cholesterol medicatie, kalkmetingen voor osteoporose … . Meer en meer online keuzehulpen helpen ons mee beslissen.

bron:

Gezondheid.be

Podcast De Buren

Keuzehulpen : https://keuzehulpen.thuisarts.nl/

http://www.dekeuzemaken.be/nl/welkom

 https://www.keuzehulp.info/

Choosing

Kleine kwalen

Urineverlies is een veel voorkomend probleem bij vooral vrouwen  maar ook bij mannen.

Informatie en oefeningen kunnen heel belangrijk zijn voor mensen die  hier problemen mee hebben.

Op deze website vind je tekst en geluidsbandjes die je helpen om deze oefeningen op je eentje te proberen. Link

 

Ook voor klachten als rood bloedverlies anaal en andere anale klachten is er een website met een beslissingsboom die je kan helpen als je voorlopig niet wenst naar de arts te gaan.

Link

Indicatoren

Meer en meer wordt geneeskunde transparant en kan de patiënt op basis van allerlei informatie meebeslissen en meedenken aan oplossingen van zijn problemen.

Er is niet alleen het internet waar je via degelijke sites goed informatie kan krijgen . Voorbeelden zijn Thuisarts.nl en gezondheid.be. Nu is er ook de mijn-cozo app waarmee de patiënt (met gebruik van zijn identiteitskaart) een gedeeltelijk overzicht van zijn eigen dossier kan zien.

Ook zijn er reeds kwaliteitsindicatoren beschikbaar en dit wordt waarschijnlijk in de toekomst verder uitgebreid. Er zijn nu reeds kwaliteitsindicatoren voor ziekenhuizen en woonzorgcentra. Straks komen die er nog voor geestelijke gezondheid en ook voor de huisartsen: volgt de huisarts genoeg navorming, werkt hij volgens de beschikbare evidentie, vraagt hij niet te veel onnodige bloedonderzoeken aan, schrijft hij niet te veel antibiotica of kalmeer/slaappillen voor, enz……

Momenteel is er ook de site choosing wisely. Deze is bedoeld om zowel voor zorgverstrekkers als patiënten  om overbodige onderzoeken en onnuttige behandelingen te vermijden. Te veel keuze leidt niet noodzakelijk naar een betere. Voorlopig is dit alleen in het Engels beschikbaar. In Nederland is er reeds een site beschikbaar.

 

In feite komt dit systeem van transparantie de patiënt ten goede en kan dit een uitdaging vormen voor geneesheren en paramedici om praktijkverbeterend te werken.

 

Armoede en gezondheid

Er is een duidelijk verband tussen armoede en gezondheid . Ook blijkt dat het beeld dat iemand heeft over zijn gezondheidstoestand  goed correleert met zijn werkelijke gezondheid.
Gezondheid wordt hier gedefinieerd als goed kunnen functioneren zowel op lichamelijk, mentaal en sociaal vlak.
Het is duidelijk dat hoe beter de opleiding is die men heeft doorlopen hoe gezonder men zich voelt. Geografische kaarten van België, opgesteld volgens rijkdom per gemeente, blijken heel goed samen te vallen met kaarten waar de levensduur en gezondheid worden gemeten. Met andere woorden hoe hoger het inkomen hoe groter de gezondheid en omgekeerd.

Globaal kleurt Vlaanderen rijker in op de kaart van België dan Wallonië en bijna evenredig is het aantal vroegtijdige sterfgevallen bij mannen en vrouwen onder de 74 jaar in Vlaanderen lager dan in sommige gemeenten van Brussel en Wallonië (dit tussen 2003 en 2009). In het Brussels gewest is er een duidelijke relatie tussen het gemiddeld inkomen van de burgers in de verschillende gemeenten en de levensverwachting (Bij mannen gaat het om een verschil van soms tot 3 jaar gemiddeld, bij vrouwen 2 jaar .(2009/2013).

 

Toch is het zo dat in ons land in vergelijking met onze buurlanden  de armoede meer toeneemt. Er zijn verschillende oorzaken : gescheiden oudergezinnen, een toename van de verslavingsproblematiek met ziekte en werkverzuim als gevolg, opleidingen die minder goed afgestemd zijn op  de arbeidsmarkt, minder goede begeleiding van de mensen die ziek of werkloos worden, het soms heel vroege brugpensioen, het hoge aantal chronisch zieken (met lage uitkering), het niet mogen bijverdienen als er een uitkering is, de ziekte uitkeringen die niet beperkt worden in de tijd. Sommigen hebben er ook weinig financiëel voordeel bij als ze gaan werken (ze verliezen bijvoorbeeld een premie, moeten met wat ze bijverdienen  belastingen betalen, enz…)
Voor de mensen die wegens ernstige ziekte en leeftijd toch uit de arbeidsmarkt definitief verdwijnen zijn de vergoedingen te laag.

Het is voor de medici dan ook een opdracht om verslaving met patiënten te bespreken en  naar oplossingen te zoeken.

Volgens het opleidingsniveau zijn er bij hogere scholing minder psychische klachten, hart- en vaatziekten, diabetes, ademhalingsproblemen, obesitas, rugklachten en bloeddrukproblemen. Misschien is dit verband niet altijd oorzakelijk. Met andere woorden gaan de mensen die genetisch bevoordeeld zijn niet alleen betere scholing hebben maar ook minder ziektes opdoen.

In Vlaanderen zit ongeveer 10 % van de bevolking onder de armoedegrens (voor een alleenstaande betekent dit een inkomen onder de 973 euro per maand of voor een koppel met 2 kinderen onder de 2044 euro pr maand )

Wat zijn de hulpbronnen voor iemand die in onze maatschappij wil handhaven en zijn doel bereiken? Waar moeten we op inzetten in de toekomst?

Een goede gezondheid, goede huisvesting, een aangepast opleidingsniveau, materiële reserves en maatschappelijke ondersteuning .

Onze lichamelijke weerstand, vaccinaties, rust en zelfvertrouwen een veilige ruimtelijke ordening ,aangepaste kledij , zuiver water ,duidelijke verkeersregels , reglementeringen in de maatschappij versterken onze weerstand.
Ook moeten we proberen te zorgen voor fysieke activiteit, kwaliteitsvolle relaties, contact met de natuur, sociale ondersteuning, ons proberen nuttig te voelen voor de anderen, een aangename omgeving te bewerkstelligen……Dit alles moeten we proberen in onze rugzak te stoppen voor we  onze verdere levenstocht aanvangen……

 

Dat welstand niet altijd meer gezondheid impliceert tonen de grafieken rond borstkankersterfte : daar is de sterfte groter in de welvarende regio’s waarschijnlijk omdat vrouwen later hun eerste kind krijgen en minder borstvoeding gaven (cijfers 2003/2009).

Bron :W.I.VBrussel

 

Een op vier huisartsen ouder dan 65 jaar.

 

 

Wereldwijd is er een sterke link tussen een goede eerstelijnszorg en een daling van de sterfte in het algemeen en zeker voor hart- en vaatziekten, kanker (borst, darm en baarmoederhalskanker, melanomen) en kindersterfte . Deze daling is zichtbaar zowel in ontwikkelingslanden als in de geïndustrialiseerde landen. Een opvolging door de huisarts geeft een betere opvolging voor onder andere hartfalen en hypertensie (met minder hospitaalopnames).

Er is zelfs een formule voor: een huisarts meer per 10.000 inwoners geeft een daling van het aantal sterfgevallen van 3,5 op 10.000.

De huisarts besteed dan ook vele uren per dag aan preventie en begeleiding van chronische zieken.

Dit succes van de huisarts komt er niet alleen door medicatievoorschriften die duidelijk impact hebben op de gezondheid, maar ook door persoonlijke adviezen rond levensstijl te adviseren : denk maar aan rookstop , tempering alcoholgebruik, en adviezen rond meer bewegen en vermageren. Ook de persoonlijke band en het gesprek met de huisarts kan de patiënt helpen in zijn dagelijks functioneren.

Het is dan ook wat schrijnend te zien  hoe het aantal huisartsen daalt. Blijkbaar zal die trend zich verder doorzetten, als  nu al een op de vier huisartsen meer dan 65 jaar is. Werk aan de winkel dus voor onze beleidsmensen .

Link

Gelukkig nieuwjaar

Toasten op 2019

 

 

 

We  halen kracht en inspiratie  uit vele van onze patiënten. Mensen die ondanks ouderdom,  ziekte  en beperking  niet opgeven en blijven werken aan een draaglijk en respectvol bestaan  soms nog met   ambitie,  vaak met veel waardigheid en kracht, ook al lijkt het bijna tegen beter  in.

We toasten ook op alle gezondheidswerkers die er staan voor het groeiend aantal zorgafhankelijke mensen, veelal zonder veel toeters en bellen, vaak met moeite en veel inzet. De maatschappij heeft hen en hun empathie meer en meer nodig.

We hopen dat we de lat niet te hoog leggen ondanks het continu appel van de anderen we hopen dat er meer harmonie mag komen binnen in onszelf en met de mensen rond ons, ondanks alles…..

Gelukkig nieuwjaar.

 

Klachten bij de huisarts

Met welke klachten komen patiënten naar de huisarts . Dit werd in een studie onderzocht en hierbij werd gepeild naar de verschillen tussen twee landen in ontwikkeling (Zuid-Afrika en India) en twaalf rijkere landen.
Het blijkt dat mensen overal bij hun huisarts aankloppen met klachten en bijna niet voor een preventief onderzoek.
Ook is er een verschil in wat patiënten aangeven als reden voor hun komst en dat zijn dus meestal klachten en wat de artsen noteren (veel artsen noteren routine geneeskundige opvolging ,waar de patiënt klachten noteert.
De belangrijkste eerste drie klachten: luchtweginfectie , hypertensie en depressie en/of angst zijn in ontwikkelde landen voor 25 % verantwoordelijk voor een beroep op de huisarts.
Het meest opvallende verschil echter is het voorkomen in rijkere landen van depressie , burn-out , angst en lage rugpijn(in de top vier ) waar deze klachten in de landen van ontwikkeling blijkbaar bijna niet voorkomen.
Het artikel onthoudt zich van commentaren . Het zal wel zo zijn dat omgevingsfactoren een rol spelen in het ontstaan van deze klachten.
In de rijke landen had je vroeger de hysterie en tot midden in de jaren zeventig de neurose ( neurose als gevolg van een strenge verbodscultuur met vooral verboden verlangens en de gevolgen hiervan op het mentaal welzijn. )
Daarna ,vooral rond de eeuwwisseling, is de opmars van depressie en burn-out begonnen. De eisen die de maatschappij ons subtiel (via reclame en nu meer en meer via digitale kanalen) stelt maken wij ook tot ons levensmotto : we moeten kost wat kost gelukkig zijn, op reis kunnen, slagen en publiceren, een perfect lichaam hebben, vorderingen maken: kortom een cv. hebben waar we van alles kunnen toevoegen….. Zo komen we in concurrentie met anderen, zo worden we zelf verantwoordelijk voor ons eigen welzijn. Maar zo verliezen we ook de voeling met onszelf (roofbouw) en de anderen .
Het zit diep in onze maatschappij en in ons hoofd ingebakken: sociaal leven, rekenschap geven aan elkaar en gratuite inzet?  Neen dit is niet meer van deze tijd. Jongeren zitten vaak in hun digitale omgeving en ouderen zijn nog moeilijk te motiveren om samen te komen. We gaan wel zelf ons leven inkleuren zoals we dit willen.

Naar :Paul Verhaeghe

http://www.cfp.ca/content/cfp/64/11/832.full.pdf

 

Huisartsen

Huisartsen die in 1978 afstudeerden hebben een totaal andere geneeskunde gekend en waren dan ook totaal anders dan de huisartsen van vandaag. In 1978 was er plethora ( eigenlijk een teveel volgens de noden van de bevolking). Ieder dorpje had praktisch zijn huisarts, die dan bovendien nog soms veel moeite had om genoeg werk te vinden. Bovendien werd deze toen vooral mannelijke huisarts bijgestaan door een thuiswerkende echtgenote, die veel taken op zich nam : telefoon,administratie, psychologische steun voor patiënten, vaak ook af en toe een handje toesteken bij consultaties….Een manusje van alles dus.

 

Dit beeld van de huisarts is anno 2018 totaal veranderd. De solo huisarts verdwijnt : zijn echtgenoot of echtgenote gaat uit werken. De patiënt is mondiger geworden, ouder ook en is niet zomaar tevreden met een voorschriftje. De nieuwe arts-patiënt relatie vraagt meer tijd en overleg.
Het individualisme en de eenzaamheid zorgen nu voor meer stress en druk bij de patiënt. Hier komen ziekten van waar geen pasklare oplossingen voor bestaan.

Bovendien is de medische kennis met de digitalisering in een stroomversnelling geraakt en is er meer opzoekingswerk en navorming nodig. Quality time wordt belangrijk en het beroep mag niet ten koste gaan van zichzelf of het gezin. De nieuwe huisarts is ook meer en meer een vrouw Dit zorgt voor andere accenten: onder andere moeder zijn en terzelfdertijd zorgen dat je er bent voor de patiënt en dat je zonder schuldgevoelens naar je gezin kan kijken. De huisarts probeert dan ook in groep samen te werken en evenwichten op alle vlakken te zoeken. Dit vraagt van de patiënt ook een aanpassing en oudere patiënten en artsen kijken wat verwonderd en argwanend naar die andere situatie.

 

Vooruitgang?

Ons brein wordt  misschien wat te veel in beslag genomen door allerlei (buik-)gevoelens, verlangens, voorkeuren maar ook angsten,  indrukken dat het gras aan de overkant  groener is ……

We denken dat het geluk te vinden is door het najagen en opwekken van aangename sensaties en door de pijn te vermijden. Maar dit continu op de vlucht zijn om pijn te vermijden, dit onweerstaanbaar najagen van steeds anders en meer, maakt ons juist ongelukkig en rusteloos.
Wij zijn meer dan wat onze hersenen voor emoties produceren, we moeten eigenlijk leren  los van deze emoties te komen. Onszelf leren kennen, weten hoe we reageren en afstand nemen van wat we zo graag zouden willen, maakt ons minder kwetsbaar. ‘Ken jezelf ‘ was reeds een gekend gezegde in het antieke Griekenland.

Dit betekent wel dat onze basisnoden zoveel mogelijk moeten  vervuld worden: als we honger en dorst krijgen moeten we kunnen eten, als we behoefte hebben aan menselijk contact moet dit mogelijk zijn. Medische en sociale zorg moet beschikbaar zijn. Familie en vrienden waar we op kunnen terugvallen verhogen ons welzijn.

Het komt erop neer dat onze te hoge verwachtingen naar de toekomst toe ons kunnen teleurstellen en onze levenskwaliteit kunnen verminderen. Zelfs al hebben we nu reeds veel, het is ons verlangen naar meer dat ons telkens weer beetneemt.

Men beweert dat ons geluksgevoel in de hersenen biologisch op een constant niveau geprogrammeerd is en niet bepaald wordt door wat er allemaal rondom heen gebeurt . Zoals de thermostaat in onze huis staat ons geluksgevoel op een bepaald niveau, en dat niveau is l verschillend van persoon tot persoon .Sommigen zijn geboren met een opgewekte kijk op de wereld, anderen hebben eerder een sombere hersenbiochemie.  Bij iedereen kan het niveau van geluk, naargelang de omstandigheden wat variëren naargelang  blijde of ongelukkige gebeurtenissen rondom ons, maar onze thermostaat ons geluksniveau keert al vrij snel naar zijn gebruikelijke aangeboren toestand terug.

 

Naar Yuval Harari